09 18


Samenvatting Inleiding.

In de zomervakantie van 1989 brachten wij een bezoek aan Rennes-le-Château. Het dorp was die dag zo goed als verlaten. Rustig wandelend konden we alles goed bekijken: de kerk, de Villa en de markante toren aan de rand van de steile rots. ’s Avonds bleven we eten in het restaurant. Er hingen foto’s aan de wand, o.a. van een beeld dat bij de ingang van de kerk stond. Het bleek de duivel Asmodeus te zijn, de behoeder van alle geheimen. Niet beseffend wat we precies gezien hadden gingen we weer naar huis. Pas later, na het lezen van diverse boeken, drong de betekenis van alles tot ons door. Twee jaar later bezochten we het dorp opnieuw, maar nu beter voorbereid. Helaas was het toen niet meer zo rustig. De vele publiciteit had er voor gezorgd dat de commercie had toegeslagen in het dorp. We bekeken uiteraard wel alle details waar we over gelezen hadden en bezochten het museum, maar de sfeer was anders. Weer terug in Nederland las ik nog meer boeken over het Mysterie. Zo werd o.a. melding gemaakt van geometrische patronen in het gebied. Nieuwe publicaties volgden. Eind ’98 maakten we plannen om er weer naar toe te gaan. Ter voorbereiding bestudeerde ik de kaart van het gebied. Het werd het begin van een nieuwe zoektocht...



Locatie Rennes-le-Château

Rennes-le-Château vanaf Blanchefort

 


De kerk

Villa Béthania

Asmodeus

Tour Magdala



Inleiding (complete tekst).


Hoe rustig was het die namiddag in het dorpje Rennes-le-Château.
Op een paar dorpsbewoners na was het zo goed als verlaten.

Vrienden van ons hadden in juli 1989 in Zuid-Frankrijk een huisje gehuurd en ons uitgenodigd om samen met hen de vakantie daar door te brengen. Het gebied was niet toevallig gekozen. Zij hadden "Het Heilige Bloed en de Heilige Graal" van Henri Lincoln gelezen, en wilden het dorpje en andere locaties, die in het boek beschreven worden, bezoeken. Tijdens de vakantie vertelden zij over de inhoud van het boek, zodat het Verhaal ons in grote lijnen bekend was. Die dag bezochten wij de Montségur. Een bezoek aan dit Katharen-bolwerk is zeer indrukwekkend. Niet alleen fysiek door de steile klim via het kronkelende pad, waar de zon pal op staat. Maar ook geestelijk, als je je bedenkt wat zich hier allemaal heeft afgespeeld in een ver verleden. Er hangt een mystieke sfeer, er hangt een serene rust. Er wordt niet gerend, er wordt niet geschreeuwd. Iedereen voelt dat dit een bijzondere plaats is.

Daarna gingen we naar Rennes-le-Château. We parkeerden onze auto aan de rand van het dorp en gingen lopend verder. De drie kleine kinderen liepen vooruit. Toen we even later een hoek omliepen zagen we ze alle drie op een bankje zitten boven een steile rotswand. Ze zaten te genieten van het weidse uitzicht en van de talrijke bliksemflitsen in de verte. Een mooiere binnenkomer kan je je niet wensen! We liepen door het dorpje heen en bekeken het grote huis, dat naast de kerk staat. We wandelden door de bijbehorende tuin met zijn grote ronde vijver, en kwamen aan bij de kerk die naar Maria Magdalena was genoemd. De buitenkant viel op door zijn opzichtige, kitscherige versiering. We liepen naar binnen. Bij de ingang stond een afzichtelijk beeld van een duivel, niet bepaald uitnodigend. Het gebouw bleek vrij somber, met een bontgekleurde statieweg aan de muren. Twee mannen waren bezig met het verplaatsen van een elektrisch orgel. We wisten niet wat we van dit alles denken moesten. We gingen weer naar buiten. Achter de kerk lag het kerkhof. Vluchtig keken we rond en bezochten het graf van de pastoor. Het begon al schemerig te worden. Omdat we nog een eind moesten rijden naar ons huisje, besloten we om in het dorp te blijven eten. Het restaurant lag halverwege de kerk en het vervallen kasteel, dat we overigens niet hadden bezocht. De naam van het restaurant was "La Table d’Asmodée". Het eten was lekker en de eigenaar en zijn vrouw zeer vriendelijk. Er hingen zelfgemaakte grote foto’s van het dorp aan de wanden. Eén ervan herkenden we als het lelijke beeld van de duivel bij de ingang van de kerk. Dit bleek "Asmodeus" te zijn, de hoeder van alle geheimen. Nu is het natuurlijk erg vreemd als er bij de ingang van een kerk een beeld van de duivel staat. We hadden het dorp en de kerk bezocht en vele dingen bekeken. Maar eigenlijk hadden we, in onze onwetendheid, niet zoveel echt gezien. Pas later leerden we dat je, vooral in Rennes-le-Château en omgeving, goed op de details moet letten. Want daar is niets aan het toeval overgelaten.


Toen ik weer thuis was begon ik zelf "Het Heilige Bloed en de Heilige Graal" te lezen. Het bleek zeer spannend. Ook de boeken betreffende bijkomende onderwerpen waren zeer interessant. En met een betere kijk op het mysterie en met een vergrote kennis bezochten we in 1991 "Rennes-le-Château" voor de tweede keer. We waren op vakantie in Varilhes, nabij Foix. Via het "ketterdorp" Montaillou reden we naar Rennes-le-Château. Het was al een stuk drukker, vergeleken met ons eerste bezoek. Het grote huis naast de kerk was een museum geworden met allerlei wetenswaardigheden over het leven van de pastoor. De tuin met de ronde fontein was omgebouwd tot terras. En terwijl wij twee jaar daarvoor in Frankrijk tevergeefs zochten naar nog meer boeken over het mysterie, was er nu een gespecialiseerde boekwinkel in het dorp. De commercie had duidelijk toegeslagen. Hierdoor afgeschrikt werd ons bezoek aan het dorp wat korter dan we aanvankelijk van plan waren geweest. Uiteraard hebben we wel alle details, waarover we gelezen hadden, met eigen ogen kunnen aanschouwen en hebben we het museum bezocht. Maar toch waren we minder enthousiast vanwege de drukte (wat natuurlijk nergens op sloeg, want wij waren zelf één van de velen). Achteraf ben ik wel blij dat we destijds het dorp nog min of meer in oorspronkelijke staat hebben gezien.

Weer terug in Nederland stortte ik mij op nog meer boeken over het Mysterie van Rennes-le-Château. Er werden steeds meer ontdekkingen gedaan en steeds meer publicaties volgden. Zo werd o.a. melding gemaakt van geografische geometriëen die in het gebied gevonden waren. Ook in andere vormen bleek de geometrie een belangrijk aspect. En tenslotte leidde de geometrie velen naar de locatie van de "schat". Of het allemaal waar is wat er geschreven wordt, zal de toekomst uitwijzen. De vele publicaties hebben er in elk geval voor gezorgd dat het in Rennes-le-Château steeds drukker wordt. In Frankrijk is een enorme markt ontstaan voor magazins met informatie over het mysterie en de bijkomende onderwerpen.


Maar ondanks dat maakten we eind 1998 plannen om in de zomer van het jaar daarop weer een vakantie door te brengen in de omgeving van het dorp. Als voorbereiding op deze vakantie besloot ik om de kaart van het gebied nog eens goed te bestuderen. De publicaties over de geometrische patronen hadden altijd mijn interesse gewekt. Van alle "feiten" en "bewijzen" die ik al jarenlang onder ogen kreeg, waren de geometrische patronen voor mij de belangrijkste. Ongelovig als ik ben, heb ik iets "tastbaars" nodig om overtuigd te raken. Je kan met je eigen ogen en met je eigen passer en liniaal controleren of het beweerde juist is. En wat is er overtuigender dan de gedetailleerde Top 25 kaarten van het Institut Géographique National ? Ik gebruikte ze altijd voor mijn wandel- en fietstochten tijdens mijn vakanties in Frankrijk. Zoekende op de kaart naar "nieuwe" (nog niet gepubliceerde) geometrische figuren viel mij een bijzonder patroon op. Dat deze, op zich eenvoudige vondst grote gevolgen zou hebben kon ik toen nog niet vermoeden... Wat ik ontdekte zal ik u nu nog niet vertellen. Ik zou het immers zelf ook nooit hebben kunnen ontdekken, als ik niet goed op de hoogte was geweest van het verhaal en van zijn achtergronden. Vandaar nu allereerst het Verhaal van de pastoor (Deel 1).